nieuwe homepage foto 3

HET VENDELGEBED.

In gildekringen wordt een vendelhulde als een vendelgebed beschouwd. Het is de uitbeelding van de strijd tussen goed en kwaad. Elke slag of beweging, die de vendelier met zijn vendel maakt, heeft een betekenis.

De commando's:

  • Bazuinblazers, steek de bazuin.
  • Tamboers, roert de trom.
  • Vendeliers, presenteert uw vendel, neigt uw vendel, zwaait uw vendel voor God, Koning en Vaderland.

Slag 1. Het vendel wordt gezwaaid boven het hoofd.

De vendelier brengt boven het hoofd de groet aan de Allerhoogste om sterk te staan in de strijd die gaat beginnen; hij vraagt moed en kracht om eerlijk en goed te strijden.

Slag 2. Het vendel wordt boven het hoofd geworpen in een hand.

De vendelier wil hier de patroon(es) van het gilde verheerlijken, want die is hoog verheven en daarom wil hij doen wat in zijn vermogen ligt.

Slag 3. Het vendel wordt rond de hals gedraaid.

De vendelier vraagt om moed want hij weet, dat het hem zijn hoofd kan kosten.

Slag 4. Het vendel wordt nu rond de heupen, knieën en enkels gezwaaid.

Heupen: De vendelier geeft voor dit zware werk zijn hele lichaam, zijn kracht en als het nodig mocht zijn, zijn leven.

Knieën: De vendelier houdt zijn knieën lenig om steeds te kunnen knielen.

Enkels: Zelfs in het heetst van de strijd zal de vendelier het vendel steeds draaiende houden en rein, want de voorstelling van de patroon(es) staat op het vendel.

Slag 5. Het vendel wordt om een enkel gezwaaid.

Al zou de strijd op een been moeten worden voortgezet, de vendelier geeft nooit op.

Slag 6. Het vendel wordt achter de rug gezwaaid tot onder de oksel.

De vendelier wordt nu aangevallen van alle zijden, overal dreigt gevaar.

Slag 7. Eveneens deze slag achter de rug, maar nu tot achter de knieholten.

De vijand tracht de vendelier op de knieën te krijgen.

Slag 8. Het vendel wordt zo hoog mogelijk achter de rug door geworpen en voor weer opgevangen.

Nooit zal de vendelier wijken, hoe het ook gaat; steeds zal hij blijven strijden ook al wordt het gevecht heviger. Dringend zou hij nu hulp nodig hebben.

Slag 9. Het vendel wordt tussen de benen door gegooid en rond de heupen gezwaaid.

De benen zijn nog goed in orde. De strijd wordt vol goede moed voortgezet.

Slag 10. Het vendel wordt op een voet gelegd en op een been rondgedraaid.
De strijd gaat door, desnoods op een been. Als het te moeilijk gaat worden, maakt de vendelier zijn handen vrij. Voor niets gaat hij opzij.

Slag 11. Het vendel wordt in de knieholten gelegd en zo rondgedraaid.

De vendelier heeft beide handen nodig in de strijd.

Slag 12. De vendelier springt (stapt) met beide benen over het vendel.

De vijand probeert het vendel af te pakken. Dat wordt door de vendelier onmogelijk gemaakt met alle mogelijke handgrepen. Hij zwaait het vendel onder de benen door langs de grond en brengt het telkens weer boven zijn hoofd als afweermanoeuvre.

Slag 13. Het vendel wordt van rechts naar links gegooid.

De strijd wordt zwaarder, de vijand valt van beide zijden hevig aan, maar de vendelier weet zich te verdedigen.

Slag 14. Het vendel wordt in de ellebogen van rechts naar links gegooid.

De vijand blijft van alle kanten aanvallen. De vendelier moet zich rechts en links verdedigen.

Slag 15. Het vendel wordt op de armen rondgezwaaid en hoog opgegooid.

De vendelier moet een harde strijd leveren, maar weet zich op allerlei manieren te verdedigen.

Slag 16. Het vendel wordt met de knop in de hals gelegd en zo rondgedraaid.

Het hoofd is achterover gebogen. De vendelier kijkt naar de hemel om God te danken.

Slag 17. Het vendel wordt opgerold.

De strijd is gestreden, de zege bevochten. God heelt het gebed van de strijdende vendelier verhoord door de voorspraak van de schutspatroon(es), voor wie hij het vendel heeft gezwaaid in naam van het gilde.